Dag 6 in Rwanda
23 oktober 2019 | De zesde dag
Nienke had haar scholing gegeven over triage en had de verpleegkundigen in groepjes aan het werk gezet. Dit vonden ze erg leuk. Na de scholing ben ik naar de chirurgie afdeling gegaan. Daar was chirurg dr. Joël Green van Michigan VS, hij komt eens per jaar een paar maanden om te helpen met operaties. Hij vond het erg leuk om mij te ontmoeten en gaf mij het compliment dat hij merkte dat de kwaliteit van wondzorg was verbeterd na het oprichten van het wondteam in Kibogora. Hij had de wond protocollen die ik vorig jaar had gemaakt gezien en was erg enthousiast. Hij kende het gebruikt van papaja nog niet en vroeg mij hoe het werkt. Hij nam mij direct mee naar een lastige casus, een vrouw met veel dood weefsel in een flinke wond op het been. Hij was zelf bang het been te moeten gaan amputeren als het niet snel zou opknappen. De verpleegkundigen hadden deze wond al de dagen ervoor behandeld met honing en gaas. Bij uitpakken van het been was de wond eigenlijk mooi schoon. Dr. Green was positief verbaasd. Zo zie je maar dat de honing een goede ondersteuning is na chirurgisch debridement (schoon schrapen)
Daarna ben ik gaan ondersteunen op de dressingroom (soort wondpoli). Het is momenteel erg druk in het ziekenhuis. Omdat het nu regentijd is, zijn er meer brandwonden, doordat er meer vuur gestookt wordt om warm te blijven. Daarnaast zijn de wegen ook gladder waardoor en meer ongelukken zijn en zijn er meer gevallen van malaria. Eigenlijk is het de bedoeling dat ik mee kijk met de verpleegkundige om tips te geven. Maar omdat het zo druk was en de verpleegkundige zag dat ik ook wel kon helpen heb ik zelf een aantal patiënten behandeld. Ik had eerst een kindje met een diepe wond op het been ten gevolge van een machete, hij had er waarschijnlijk mee gespeeld of wilde zijn vader helpen in de tuin? Verder een jonge dame met wijkend litteken na een keizersnede en een jonge man met brandwonden op zijn arm. Deze man heeft epilepsie volgens zijn dossier, grote kans dat hij tijdens een toeval in het vuur is beland. In de middag zou een jonge vrouw met een wijkend litteken na een keizersnede, een vacuümpomp krijgen. De verpleegkundige vroeg mij of ik daarbij wilde helpen. Ik had vanuit Nederland wat vacuümpompmateriaal mee genomen wat bij ons nog op voorraad stond, maar anders over de datum zou raken. Het probleem is dat de pomp een soort vooroorlogs model is, op zich deed de pomp het wel maar zoog niet goed vacuüm. We hadden de opvang beker al een keer gewisseld, maar er zit ook veel losse lucht in de opvang beker. Dus we hadden afgesproken om morgen terug te komen om te zien of het dan beter zou gaan.
Daarna heb ik scholing gegeven aan de studenten over alle aspecten van wondzorg, met een aantal casussen waarbij ze in groepjes aan het werk moesten. Dit was erg leuk, de studenten stelden veel goede vragen waarbij blijkt dat ze er goed over nadenken.
Over die nieuwe weg die ze gaan aanleggen: ik snap waarom dat zo langzaam gaat. Bij ons gaat dat met een bulldozer. Hier hakken ze met een pikhouweel de stenen los en er zijn ongeveer acht sjouwers, die een paar stenen op hun hoofd nemen om puin weg te dragen, de steile weg op en neer naar beneden voor een nieuwe lading.
Het is alweer laat geworden en ‘s avonds weer aan het werk, we zijn met elkaar wel een stelletje workaholics. Dat komt omdat we zo enthousiast zijn en het maximale uit ons verblijf willen halen. Toch hebben wel lol met elkaar, zo wilde Nienke en Florence even de logroll oefenen en we hadden een slachtoffer nodig. Ja dat was natuurlijk René, hij is al een beetje het slachtoffer tussen die vrouwen.






